Percentages
We zijn allemaal wel een keer percentages tegengekomen. Bijvoorbeeld als je \(80 \%\) van €\(10\) moet betalen, dan hoef je maar €\(8\) te betalen. Heb je \(50 \%\) korting? Dan hoef je alleen maar de helft te betalen, dus €\(5\). Maar hoeveel moet je betalen als je \(15.3 \%\) korting hebt? Deze vraag kunnen we met behulp van de theorie straks beantwoorden.
Vermenigvuldigingsfactoren
Een percentage is eigenlijk niks anders dan een een bepaald deel van een getal. \(50 \%\) is bijvoorbeeld de helft. Dit kunnen we ook als een vermenigvuldigingsfactor schrijven.
Stel we hebben bijvoorbeeld \(50 \%\) van €\(20\). Dit is de helft van €\(20\) en dus €\(10\). Dit kunnen we als volgt opschrijven:
De \(50 \%\) komt dus overeen met een vermenigvuldigingsfactor van \(\frac{1}{2}\). Want \(50 \%\) van een getal is hetzelfde als \(\frac{1}{2}\) keer dat getal en dus is \(\frac{1}{2}\) hier de vermenigvuldigingsfactor.
Stel we willen nu weten wat \(25 \%\) is van €\(20\). Dit is de helft van \(50 \%\) van €\(20\) en dus de helft van €\(10\), dus €\(5\). Dit is hetzelfde als een vierde van €\(20\). Er geldt dus dat:
De vermenigvuldigingsfactor die dus bij \(25 \%\) hoort is \(\frac{1}{4}\). Maar hoe maken we van elk percentage zo'n vermenigvuldigingsfactor?
Belangrijk
Om van een percentage naar een vermenigvuldigingsfactor te gaan doen we het volgende:
-
\(100 \%\) van een getal is het getal zelf, en dus heeft het een vermenigvuldigingsfactor van \(1\).
-
\(50 \%\) van een getal is de helft van dat getal, en dus heeft het een vermenigvuldigingsfactor van \(0.5\).
-
\(25 \%\) van een getal is een kwart van dat getal, en dus heeft het een vermenigvuldigingsfactor van \(0.25\).
Begin je het patroon te herkennen? Om dus van een percentage naar een vermenigvuldigingsfactor te gaan, moeten we het percentage delen door \(100\). Dus:
Stel we willen nu dus bepalen wat \(17.5 \%\) is van 200. We pakken dit aan door eerst het percentage om te schrijven naar een vermenigvuldigingsfactor:
Nu moeten we de vermenigvuldigingsfactor keer ons getal doen:
Ons eindantwoord is dus:
Omkeerbaarheid van percentages
Percentages en het getal waarover je het percentage neemt zijn omkeerbaar. Dus stel we willen berekenen wat \(8\%\) is van \(25\). Dit is niet zo een hele makkelijke berekening. Maar we kunnen dit dus ook omkeren. Met andere woorden:
Dit maakt je leven een stuk makkelijker, want de vermenigvuldigingsfactor van \(25\%\) is \(\frac{1}{4}\). We krijgen dus:
Ons eindantwoord wordt dus:
Je kunt dit eventueel zelf controleren door het op de normale manier te berekenen.
Voorbeelden
Voorbeeld 1: Bepaal \(10 \%\) van \(90\)
Bepaal \(10 \%\) van \(90\) Uitwerking
We beginnen met het bepalen van de vermenigvuldigingsfactor:
Nu doen we de vermenigvuldigingsfactor keer \(90\) om ons eindresultaat te vinden:
Voorbeeld 2: Bepaal \(2.8 \%\) van \(250\)
Bepaal \(2.8 \%\) van \(250\) Uitwerking
We beginnen weer met het bepalen van de vermenigvuldigingsfactor:
Nu doen we deze vermenigvuldigingsfactor keer \(250\) om te vinden:
Oplossen door omkeren
We kunnen dit ook oplossen door het percentage en het getal om te keren. Met andere woorden:
Onze vermenigvuldigingsfactor wordt dan:
Als we dit nu uitrekenen, vinden we:
En ons eindantwoord wordt dus:
Voorbeeld 3: Bepaal \(43.9\%\) van \(1279.2\)
Bepaal \(43.9 \%\) van \(1279.2\) Uitwerking
We beginnen met het bepalen van de vermenigvuldigingsfactor.
Nu doen we deze vermenigvuldigingsfactor keer \(1279.2\) om ons eindantwoord te vinden:
Kortingen
Als je korting krijgt, dan hoef je alleen maar een deel van de volledige prijs te betalen. Maar hoe groot is dat deel?
Belangrijk
Als je korting krijgt, dan geldt het volgende: Het percentage dat je moet betalen is \(100 \%\) min het kortingspercentage. De nieuwe prijs is dan het percentage dat je moet betalen van de oude prijs.
Voorbeeld: \(25 \%\) korting op een product van €\(100\). Uitwerking
We bepalen eerst het percentage dat we moeten betalen. We krijgen \(25\%\) korting en dus is het percentage dat we moeten betalen:
We moeten dus \(75\%\) bepalen van onze €\(100\). Dit kunnen we berekenen met een vermenigvuldigingsfactor:
Onze nieuwe prijs wordt dus:
Alternatieve methode
We kunnen ook eerst het kortingspercentage omrekenen naar een bedrag. Dit is dan dus hoeveel euro je korting krijgt, en dus niet hoeft te betalen. Om dan de nieuwe prijs te bepalen doen we de oude prijs min het kortingsbedrag (dat je dus niet hoeft te betalen).
Voorbeeld: \(25 \%\) korting op een product van €\(100\). Uitwerking
We bepalen eerst \(25%\) van €\(100\) door \(25%\) als een vermenigvuldigingsfactor te schrijven:
Het bedrag korting is dus:
Het bedrag dat we moeten betalen wordt dan:
Nu kunnen we de vraag beantwoorden die we helemaal op het begin hadden gesteld. Hoeveel moet je betalen als je \(15.3\%\) korting krijgt op iets dat €\(10\) kost?
We bepalen eerst het percentage van de prijs dat we moeten betalen. Dit is \(100 \%\) min onze korting, en dus:
Onze vraag is dus eigenlijk: wat is \(84.7\%\) van €\(10\)? Dit kunnen we berekenen met behulp van een vermenigvuldigingsfactor.
Onze nieuwe prijs wordt dus:
Opmerking afronden
Bedragen ronden we af op \(2\) decimalen, percentages op \(1\) decimaal.
-
\[\large{0.1 \times \Large{\textrm{€}} \large 127.75 \approx \Large{\textrm{€}} \large 12.78}\]
-
\[\large{0.1 \times 53.4\% \approx 5.3\%}\]
Voorbeelden
Voorbeeld 1: Bereken de nieuwe prijs: \(75 \%\) korting op €\(200\)
Bereken de nieuwe prijs: \(75 \%\) korting op een product van €\(200\) Uitwerking
We beginnen eerst met het berekenen van het percentage dat we nu moeten betalen na de korting. We doen dus 100% min het kortingspercentage:
De nieuwe prijs is dus \(25\%\) van de oude prijs. We bepalen deze \(25\%\) door er een vermenigvuldigingsfactor van te maken:
Om de nieuwe prijs te vinden doen we dit keer onze oude prijs:
Voorbeeld 2: Bereken de nieuwe prijs: \(12\%\) korting op €\(19.50\)
Bereken de nieuwe prijs: \(12\%\) korting op een product van €\(19.50\) Uitwerking
We beginnen met het percentage bepalen dat we moeten betalen:
Nu bepalen we wat het nieuwe bedrag is, met behulp van een vermenigvuldigingsfactor:
De nieuwe prijs wordt dan:
Voorbeeld 3: Bereken de nieuwe prijs: \(43.8\%\) korting op €\(1992.50\)
Bereken de nieuwe prijs: \(43.8\%\) korting op een product van €\(1992.50\) Uitwerking
We beginnen met het percentage bepalen dat we moeten betalen:
Nu bepalen we wat het nieuwe bedrag is met behulp van een vermenigvuldigingsfactor:
De nieuwe prijs wordt dan:
We ronden hier af op twee decimalen omdat het een bedrag is.
Percentages bepalen
We hebben net gezien hoe we een bepaald percentage van een getal of bedrag kunnen berekenen. Nu gaan we het omgekeerde bekijken. We willen weten wat het percentage is van een bedrag ten opzichte van een ander bedrag. Stel we moesten bijvoorbeeld maar €5 betalen van iets dat €10 kost. Wat is dan het percentage dat we hebben betaald van het originele bedrag (€10)?
Belangrijk
Een bepaald percentage van een getal ten opzichte van een ander getal berekenen we als volgt:
Dus als we willen weten wat €5 is van €10, moeten we het als volgt berekenen:
Voorbeelden
Voorbeeld 1: Bepaal het percentage: €\(20\) van €\(1000\)
Bepaal het percentage: €\(20\) van €\(1000\) Uitwerking
We willen hier weten wat het "deel" is en wat het "geheel" is. In dit geval is het deel de \(20\) en het geheel de \(1000\). Het enige wat we nu hoeven te doen is de formule invullen:
Voorbeeld 2: Bepaal het percentage: \(32\) cent van €\(12.79\)
Bepaal het percentage: \(32\) cent van €\(12.79\) Uitwerking
We willen weer weten wat het "deel" is en wat het "geheel" is. Hier is \(32\) cent het deel en \(12.79\) het geheel.
We kunnen \(32\) cent ook schrijven als €\(0.32\). We moeten namelijk óf twee getallen in euro's door elkaar delen, óf twee getallen in centen door elkaar delen, maar gemixt kan niet. Nu kunnen we gewoon de formule invullen:
Voorbeeld 3: Bepaal het percentage: €\(563\) van €\(489\)
Bepaal het percentage: €\(563\) van €\(489\) Uitwerking
We moeten hier weer bepalen wat het "deel" is, en wat het "geheel" is. Ookal is hier de €\(563\) groter dan de €\(489\), is hier nog steeds de €\(563\) het deel en €\(489\) het geheel. Nu vullen we dus gewoon de formule als volgt in:
Procentuele toename/afname bepalen
We hebben net gekeken naar het percentage van een getal ten opzichte van een ander getal. Nu kijken we naar wat de toename/afname is van een nieuwe prijs ten opzichte van de oude. Dus stel we hadden eerst een product voor €\(10\), maar nu is de prijs verhoogt naar €\(15\). Wat is de procentuele toename van de prijs?
Belangrijk
Om een procentuele toename/afname te bepalen kunnen we de volgende formule gebruiken:
"Nieuw" is dus de nieuwe prijs en "oud" is de oude prijs. De uitkomst kan zowel positief als negatief zijn.
- Een positief antwoord is een procentuele toename.
- Een negatief antwoord is een procentuele afname.
Stel we hebben bijvoorbeeld eerst een product voor €\(10\), maar die duurder is geworden en nu €\(15\) is. Hoe berekenen we dan de procentuele toename? We kunnen dit als volgt doen:
De €\(15\) is de nieuwe prijs en dus "nieuw" en €\(10\) is de oude prijs en dus "oud":
Het percentage is positief en dus is er een procentuele toename. Ons eindantwoord wordt dus:
Voorbeelden
Voorbeeld 1: Bepaal de procentuele toename/afname: van €\(100\) naar €\(80\)
Bepaal de procentuele toename/afname: van €\(100\) naar €\(80\) Uitwerking
We hebben hier een oude prijs van €\(100\) en die is verlaagt naar een nieuwe prijs van €\(80\). "Oud" is dus €\(100\) en "nieuw" is €\(80\). Dit vullen we in:
Het percentage is negatief, en dit betekent dus dat er een procentuele afname is. In dit geval is dit dus een procentuele afname van \(20\%\).
Voorbeeld 2: Bepaal de procentuele toename/afname: van €\(53.50\) naar €\(57\)
Bepaal de procentuele toename/afname: van €\(53.50\) naar €\(57\) Uitwerking
De oude prijs is hier €\(53.50\) en de nieuwe prijs wordt €\(57\). Als we dit invullen vinden we:
We ronden hier af op \(1\) decimaal omdat het een percentage is. Dit percentage is positief, dus er is een procentuele toename. Ons eindantwoord wordt dan:
Voorbeeld 3: Bepaal de procentuele toename/afname: van €\(9.50\) naar €\(3.95\)
Bepaal de procentuele toename/afname: van €\(9.50\) naar €\(3.95\) Uitwerking
We hebben hier een prijs die van €\(9.50\) naar €\(3.95\) gaat. Onze oude prijs is dus €\(9.50\) en de nieuwe prijs wordt €\(3.95\). Dit kunnen we invullen:
Weer ronden we af op \(1\) decimaal omdat het een percentage is. Dit percentage is negatief, en dus er is sprake van een procentuele afname. Ons eindantwoord wordt dus: